Toverhazelaar
Toverhazelaar werd al veel gebruikt door de indianenstammen van de oostelijke gebieden van Noord-Amerika, zoals de Osage, die het gebruikten voor zweren en tumoren op de huid, de Potawatomi, plaatste de takken op de hete stenen van de zweethut, om de dampen de huid te genezen. Omdat de boom in de late herfst bloeide werd ze ook als speciaal gezegend door de Grote Geest gezien. In koloniale tijden werden de takken gebruikt als wichelroede, net als in Engeland daarvoor de Olm werd gebruikt, de Engelse naam Witchhazel is dan ook niet afkomstig van de Heksen, maar van het oude Saksische woord voor buigzame takken 'wych', verwant aan ons woord 'twijg'.
Reacties
Een reactie posten