Voorovergebogen

 Voorovergebogen loopt hij achter haar rolstoel aan.

Ik zie ze naar buiten gaan.
Hij vertelt haar over vroeger, hoe het toen was.

"De volgende keer", zegt hij, doen we meer, en vervolgt zijn pas.

Op zijn rug lijkt hij de hele wereld te tillen, het is zwaar, elke dag weer.
Het doet hem zeer.

Weer alleen naar huis te moeten,
niemand die hem zal groeten.
Géén stemmen, géén samen oud worden, alles apart.
Ze leeft in zijn hart.

Het klopt voor twee
maar ze kan niet mee.

Ooit is inmiddels
nooit.
Ik hoor hem zeggen; 'kijk hoe mooi dat groen.'
en geeft haar een zoen.

Een gewone dag zoals velen.
ik zie hem haar hand strelen.

Samen maar toch alleen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Open brief aan mijn oudste dochter...

Ekster

Gone with the Wind (1939)

Vraag me niet hoe ik altijd lach

Kraai