Bed
Bed
oprollend zich de slaap gevat met
opgetrokken knieën, het hoofd in tussentijd
gestoken door ontbrekend glas, gewikkeld
in donkere vachten, geen gedachte
die mij hier niet wiegt, in deze schemerzee
ken ik mij pas, warm gevouwen deinend
deint alles dubbel, ik lig er
bijna ongeboren bij, dobber in eigen sop tot
de dag er op volgt: 'goeiemorgen'
ontrollend mij weer openbreekt, uit-
strekt en rekt en op de benen zet
------------------------------------------------------------------
Uit: Hoe zij zoekt, 1998.
Schrijver: Lidy van Marissing
Reacties
Een reactie posten