Ik heb het vaak moeilijk gevonden

Ik heb het vaak moeilijk gevonden: hoe blijf ik trouw aan mezelf, zonder de verbinding met de ander te verliezen? En hoe blijf ik verbonden met de ander, zonder mezelf kwijt te raken?

In het begin van een relatie lijkt dat allemaal vanzelf te gaan. Je wilt bij elkaar zijn, je verlangt naar nabijheid, naar die blik die je doorgrondt, naar het gevoel dat je thuis bent gekomen. Verschillen vervagen. Je leeft op elkaars ritme. Je zegt sneller ‘ja’, ook als je eigenlijk even ‘nee’ bedoelt. En eerlijk? Dat voelt ook heerlijk. Alsof je even mag opgaan in iets groters dan jezelf.

Maar op een bepaald moment begint het te wringen. Je merkt dat je je eigen behoeftes wat vaker opzijschuift. Omdat je geen gedoe wilt. Omdat je denkt dat het voor de ander fijner is. Of omdat je bang bent dat je hem of haar kwetst als je zegt wat jij nodig hebt. Je denkt: het is maar iets kleins. Maar kleine dingen stapelen zich op.

Ik ken dat zo goed van mezelf. De momenten waarop ik dacht: ach, laat maar. En dan glimlachte ik, terwijl er iets in mij zich terugtrok. En hoe vaker ik dat deed, hoe stiller mijn binnenwereld werd. Tot het punt dat ik me afvroeg: wanneer ben ik gestopt met mezelf meenemen in deze relatie?

Het gekke is: ik deed het allemaal om de relatie te beschermen. Om de ander niet kwijt te raken. Maar juist daardoor verloor ik de verbinding. Niet alleen met mezelf, ook met de ander. Want echte nabijheid kan niet bestaan zonder eerlijkheid. Zonder de moed om te zeggen: dit is wat ik nodig heb, ook als het anders is dan wat jij verlangt.

Soms wil de een meer samenzijn, terwijl de ander meer ruimte nodig heeft. En dan voelt die vraag om ruimte al snel als afwijzing. Wat bedoel je met: je hebt tijd voor jezelf nodig? Ben ik dan te veel? En voor je het weet zwijg je liever dan dat je uitlegt wat er speelt. Omdat je het niet goed kunt verwoorden. Of omdat je bang bent dat het verkeerd valt.

Maar dat zwijgen heeft een prijs. Als je je eigen behoeften te vaak onderdrukt, worden ze niet minder belangrijk. Ze worden luider — als frustratie, als vermoeidheid, als afstand. En ineens voelt het alsof je verder van elkaar afstaat dan ooit.

Wat ik gedurende de jaren heb geleerd, en nog steeds oefen, is dit: autonomie en verbinding hoeven elkaar niet uit te sluiten. Sterker nog, ze voeden elkaar. Want hoe meer ik mezelf serieus neem, hoe meer ik de ander echt kan ontmoeten — niet vanuit aanpassing, maar vanuit aanwezigheid. En hoe veiliger de relatie voelt, hoe makkelijker het wordt om verschil te verdragen.

Dat vraagt wel iets. Het vraagt lef om te zeggen: ik wil bij je zijn, en dit is wat ik nodig heb om mezelf ook te blijven. Het vraagt luisteren naar de onderlaag: wat raakt me precies als jij ruimte nodig hebt? Welke oude pijn schuift daar stiekem tussen? En durf ik die te benoemen, zonder jou verantwoordelijk te maken voor mijn gevoel?

Ik geloof dat we onszelf, Ʃn elkaar, pas echt kunnen ontmoeten als we allebei durven te blijven staan. Niet tegenover elkaar, maar naast elkaar. In alle nuance, in alles wat wrijving geeft Ʃn verbindt. Daar groeit iets stevigs. Iets echts.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Open brief aan mijn oudste dochter...

Kraai

Vraag me niet hoe ik altijd lach

Gone with the Wind (1939)

Ekster