Bugula

 Op mijn werk zag ik laatst een stukje veld helemaal paars/blauw van de bloemen, een bodembedekker, het bleek zenegroen te zijn. Een interessant en bruikbaar plantje.

Kruipend zenegroen Ajuga reptans Werd vroeger ook wel Bugula genoemd. Frysk: Krûpend grien English: Bugleweed Français: Bugle rampant Deutsch: Kriechende Günsel

Het is ook wel bekend als timmermanskruid, vanwege zijn vermeende vermogen om het bloeden te stoppen.

De naam zenegroen is uit het Middel-Nederlandse ” singroone” ontstaan en betekent ” altijd groen” .Ajuga is mogelijk een verbastering van het door Plinius gebruikte woord abiga, dat is afgeleid van abigere (afdrijven). Het zou ook kunnen afstammen van het Griekse aguisos of agyios (zwak in de gewrichten). Ajuga chamaepitys diende namelijk als middel tegen jicht. Reptans betekent ” kruipend”

Dit plantje staat in menig tuin als borderplant of bodembedekker.

De blaadjes bevatten een samentrekkende stof die wondhelend werkt. Een kompres tegen het ongemak, dat men zadelpijn noemt heeft een weldadige uitwerking.

In de Middeleeuwen heetten verschillende planten consolida, letterlijk: versteviger. Ze werden als vlees- of beenhelers beschouwd. Zenegroen was er een van.

Al in de 17e eeuw was het een geprezen plantje door Culpepper vanwege zijn wondhelende werking. Een extract van de plant werd in siroop opgelost en daarmee ingenomen. Men smeerde zalf met zenegroen op de wonde. Ook Rembert Dodoens beschrijft dat het kruid gebruikt kan worden voor de behandeling van wonden.

Tegenwoordig is men meer geïnteresseerd in de giftige stoffen van het plantje. Vooral de ontdekking dat de larve van de witte vlieg na één maal zenegroen sterven, stimuleert wetenschappelijk onderzoek naar een insectenwerend middel. Ook leuk om rekening mee te houden waar je het in de tuin plant.

Behalve door uitlopers, of via scheuren, wordt het ook verspreid door mieren. Aan het zaad zit een oliehoudend aanhangsel, een zgn. mierenbroodje, waar mieren dol op zijn. Ze slepen het zaad mee naar hun nest en onderweg blijft er wel eens wat achter. Ook vlinders en bijen zijn dol op de plant.

Opvallend is dat de plant geen geur heeft.