In de Handelingen van de Apostelen

 In de Handelingen van de Apostelen wordt verhaald dat een zekere Simon, ook de Magiër genoemd, zo verrukt was toen hij zag hoe de apostelen Petrus en Johannes de Geest deden neerdalen op hen die zij de handen oplegden, dat hij hen geld aanbood in ruil voor dit vermogen.

Petrus weigerde en zei verontwaardigd : ‘ Zak toch in de grond met je geld, want je denkt dat je de gave van God met geld kunt kopen.’
Wie de krachten van de geest wil verwerven, moet weten dat deze niet met geld worden verworven, maar door een werk aan zichzelf, door inspanning en offers.
Wat betreft degene die erin geslaagd is deze krachten van de geest te verwerven, hij moet ze niet proberen te verkopen, noch ze gebruiken voor materieel gewin.

De episode in het Evangelie waarin Jezus de duivel antwoordt, die hem in de woestijn kwam beproeven, is hiervan de beste illustratie.
Nadat hij veertig dagen had gevast had Jezus honger en de duivel stelde hem voor om de stenen in brood te veranderen; daarna om van de Tempel naar beneden te springen, want de engelen zouden hem beschermen; vervolgens beloofde hij hem alle koninkrijken van de aarde indien hij voor hem zou knielen.
Maar Jezus luisterde niet naar deze voorstellen en stuurde hem weg.

☼

Omraam Mikhaël Aïvanhov