Het souper

Het souper

't Werd stil aan tafel. 't Was of wijn en brood
Werd neergeslagen uit de greep der handen.
De kaarsvlam hing lang-wapperend te branden
En 't raam sprong open door een donkre stoot.

Als water woelden in de nacht de landen
Onder het huis; wij voelden hoe een groot
Waaien ons aangreep, hoe de wieken van de
Vaart van de tijd ons droegen naar de dood.

Wij konden ons niet bij elkaar verschuilen:
Een mens, eenzaam, ziet zijn zwarte eenzaamheid
Dieper weerkaatst in de ogen van een ander -

Maar als de winden langs de daken huilen,
Vergeet, vergeet waar ons zwak hart om schreit,
Lach en stoot glazen stuk tegen elkander.

... Vormen ...

Schrijver: Martinus Nijhoff

Reacties

Populaire posts van deze blog

Open brief aan mijn oudste dochter...

Vraag me niet hoe ik altijd lach

LIVE - Sergey Lazarev - You Are The Only One (Russia) at the Grand Final