De rozen en het lied
De rozen en het lied
Ze schikte rozen bij het raam;
zolang ze wist was dit het evenwicht:
de bloemen en het doodgeverfd gedicht
dat haar, een leven, was voorbijgegaan.
Soms scheurden wolken in haar hoofd
en doffe stenen troffen haar terrein.
Te sterven, maar een levende te zijn;
en niet beleven wat er is beloofd.
Er kwam een stilte na de storm
waarin haar hart de regen binnenliet.
Er drongen zachte druppels in het lied
dat zij, terwijl het donkerde, begon.
--------------------------------------------------------------
Uit: Armen met het Rijk alleen, 1993.
Schrijver: Anne-Marie Bos
Reacties
Een reactie posten