De gang van het psychiatrisch verpleeghuis was lang

 De gang van het psychiatrisch verpleeghuis was lang.

Heel lang.
Ze vroeg of ze in de rolstoel mocht
Of ik haar wilde duwen.
Dat mocht niet van het verplegend personeel
Ze moest in beweging blijven.
Dus ik zei “nee”.
“Je moet lopen mam.”
Ik gaf haar een arm.
Of althans….
Ik hoop dat ik dat deed.
Zelfs dat weet ik niet zeker.

Vier dagen later was ze dood.
Ze was doodop.
Doodongelukkig.
Doodmoe.
En ik zei ‘nee’.
Op haar laatste verzoek.

Het is deze week 16 jaar geleden.
Mijn mam.
Een hoogbegaafde vrouw.
De muziek heb ik van haar.
De creativiteit heb ik van haar.
Het ondernemerschap heb ik van haar.
De doorzetting heb ik van haar.
De humor heb ik van haar.
De kracht heb ik van haar.
De diepte heb ik van haar.
Het leven kreeg ik van haar.

Ze stierf na een jarenlange diepe depressie.
Na een leven van grote hoogten en diepe dalen.
Haar lijden was vaak niet om aan te zien.

Het spijt me nog altijd.
Van onze laatste uurtjes samen.
Wat had ik dat heel heel graag anders gedaan.
En natuurlijk kan ik 100 argumenten en verzachtende omstandigheden bedenken waarom ik deed wat ik deed.
Maar dat helpt allemaal niet.

Het enige wat helpt is zeggen:
“Het spijt me mam. Wat had ik dat graag anders gedaan!
Wat had ik je graag mijn ‘ja’ gegeven en de verlichting op jouw gezicht gezien ipv de pijn die ik mij nu herinner.”

En het gaat niet over schuld.
Maar over spijt.
En die is van mijn hart.
Die is van mijn liefde.
Voor jou mam.

Je was mijn mam.
De enige juiste voor mij.
Ik buig voor jouw lot en voor jouw leven.
En voel nu dat je achter me bent.
Ik heel wat ik kan in onze familielijn,
Voor jou, voor mij, en voor mijn dochter en mijn zoon.
Want door lijden, spijt en tranen heen.
Is onze liefde heel en wonderschoon.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Open brief aan mijn oudste dochter...

Kraai

Vraag me niet hoe ik altijd lach

Gone with the Wind (1939)

Ekster