In het boek Genesis

 In het boek Genesis staat dat God op de tweede dag van de schepping de wateren van beneden scheidde van de wateren van boven.

De wateren van boven, die de Inwijdingswetenschap ook ‘het astrale licht’, ‘de magische agens’ noemt, stellen de oeroceaan voor, waarin alle schepselen baden en waarin zij hun voedsel vinden.
Het waterachtige milieu waarin het kind ondergedompeld is, wanneer het zich nog in de moederschoot bevindt, is in zekere zin een verwijzing naar deze oorspronkelijke wateren.
Wij zwemmen in de kosmische oneindigheid, precies zoals de vissen zwemmen in de oceaan.
Indien wij dat leven om ons heen niet voelen, is het omdat onzuiverheden onze psychische poriën verstoppen.
De zuivering is dus het eerste werk dat moet gebeuren om onze poriën te openen en zo het netwerk van etherische kanalen, die onze subtiele lichamen bevloeien, vrij te maken.
Dan zullen wij gelaafd en verlevendigd worden door dit spirituele water dat ons langs alle kanten omringt.

☼

Omraam Mikhaël Aïvanhov