November
November
Blaadjes vallen van de bomen
dwarrelend naar beneden
Als licht verdwaalde dromen
uit een zomervers verleden
Vermoeiend kruipt het roodbruin geel
in de kieren van ons lijf
Met dat krachtig, prachtig veel
weten we niet altijd blijf
Kreunend schudt en beukt het onweer;
natte vlagen door de lucht,
bliksemschichtend keer op keer
verstillend in een zachte zucht
Windstil zoekt de rust ons denken;
dooft het duiz’lig duiken uit;
wilt aan ons de stilte schenken
voor ‘t een volgend hoofdstuk sluit.
Herfstkronkels roesten zacht
tot worteldiep vertrouwen
dat wat ons later wacht
ook nog van ons zal houden.
Reacties
Een reactie posten