Kaassoufflés.

INGREDIËNTEN:

• 500 gram bladerdeeg

Voor de bechamel:

• 100 gram + 150 gram melk
• 50 gram boter
• 75 gram bloem
• 50 gram ei
• zout en peper
• 100 gram geraspte kaas naar keuze
• 150 gram kaas naar keuze, in kleine stukjes (zoals Benedictus en harde oude kaas)

Extra nodig:

• 1 losgeklopt eiwit om te bestrijken
• paneermeel

BEREIDINGSWIJZE:

Breng voor de bechamel 100 gram melk aan de kook met de boter. Neem de pan van het vuur, voeg de bloem toe en roer goed door met een spatel tot een homogene massa ontstaat. Zet de pan op laag vuur en gaar de roux al roerende circa 1 minuut. Neem de pan weer van het vuur, mix de roux kort koud, zodat de grootste warmte eraf is. Spatel het ei erdoorheen. Voeg 150 gram melk toe en roer tot slot de kazen erdoorheen. Breng op smaak met zout en peper. Laat afkoelen.

Rol de helft van het bladerdeeg uit tot een rechthoek van 27 x 21 cm en circa 2 mm dikte. Geef met de achterkant van een mesje alvast lichtjes de vormpjes van de soufflés aan in het bladerdeeg: 9 rechthoekjes van 9 x 7 cm. Snijd het deeg nog niet helemaal door.

Doe de bechamel in een spuitzak en spuit royale doppen in het midden van iedere rechthoek.

Bestrijk de aangegeven snijranden van de soufflés lichtjes met losgeklopt eiwit.

Rol de 2e helft van het bladerdeeg uit tot een rechthoek van 27 x 21 cm en circa 2 mm dikte. Leg netjes over het bladerdeeg met de kaasvulling heen. Snijd de soufflés nu in de eerder aangegeven rechthoekjes van 9 x 7 cm. Doordat je de snijranden eerder hebt bestreken met eiwit, plakken de boven- en onderkant nu al goed aan elkaar; druk de randen nog wat beter vast om lekken te voorkomen. Leg ze kort op een plaatje in de diepvries, zodat ze makkelijker te paneren en bakken zijn.

Smeer de boven- en onderkant van de soufflés in met losgeklopt eiwit en haal door het paneermeel. Verhit de olie op 180 graden en frituur ze in circa 4 minuten om en om goudbruin en gaar.