Hoelang geleden?
Hoelang was het nou geleden dat zij hem voor het laatst had gezien? Een jaar of twintig, zo niet langer? Warrig keek zij zijdelings naar zijn strak gezicht. Ja, hij was het wel degelijk die zo strak en stijf naast haar stond. Nog altijd die vreemde oorschelp waar hij altijd mee gepest werd en nog altijd zijn volle lippen waar alle meiden op school helemaal idolaat van waren, zijn donkerbruine ogen, haast tegen het zwart aan die je als het ware doorprikten wanneer hij naar je keken. Zij kreeg het er warm van.
Zou hij haar nog herkennen na al die jaren? Zij was natuurlijk veranderd, kleur haren waren met een pak verf lekker gekleurd, een zon bruin teint van haar zonnebank, lange nep nagels, niet die afgekloven nagels die zij vroeger op school altijd had, haar opgespoten lippen en borsten. Nee, zij dacht niet dat hij haar nog zou herkennen na al die jaren.
Maar hij was niets veranderd, nog geen millimeter, nog geen halve meter gegroeid, nog even groot en sterk zoals hij daar naast haar stond bij de bushalte.
Zou zij hem aanspreken? Zou hij uberhaupt nog met haar willen praten zeker na de laatste streek die zij hem op school geflikt hadden? Hij wist dat zij de aanleiding was van die rotstreek en als jongere sta je niet stil bij de consequenties die men later van pesten over kan houden. Maar nu schaamde zij zich voor haar gedrag, zo kinderachtig, maar toch
De herinnering kwam bovendrijven als een vlek olie op zee die zich uitspreidde tot een geheel drama. Dat zou het ook geworden zijn als zijn broer hem niet op tijd had gevonden, met een touw om zijn nek. En waarom? Omdat het meisje waar hij straal verliefd op was hem opgeilde op school, uitdagend en geinig om te spotten met je liefje, opgejut door de andere meiden liet zij zich aanpraten dat zij hem moest versieren en als het zover was dat hij iets wilde proberen de onschuldige maagd uithangen en het op een gillen zette, terwijl de rest van de jongeren in de bosjes lagen te schuilen en zich verkneuterden op dit schouwspel.
Zij zag zichzelf nog zitten in zijn ouwe brik van een auto, zoenende en hij met zijn hand heel voorzichtig over haar borsten. Zij liet het toe, totdat zij een van de jongens buiten in de bosjes zag seinen dat het wel genoeg was. Zij knikte met haar hoofd en gaf hem een klap in het gezicht. Vol verbazing en onbegrip keek hij haar aan toen zij de autodeur open gooide en het op een gillen zette. De hele groep kwam achter de bosjes vandaan en lagen in een deuk van het lachen, terwijl hij er met een rode kop in zijn auto bijzat, een hand op zijn zere wang en de andere op zijn gulp.
Hij was goed in de maling genomen, woest was hij. Zag de helft van zijn klasgenoten en reed als een gek op huis aan, rende naar zijn kamer, gekleineerd door de mooiste van de klas waar hij zo verliefd op was, voelde zich vies en smerig en zo vernederd. Nooit, nee nooit zou hij meer met een vrouw meegaan. Hij was hopeloos en verdrietig, wilde een eind aan zijn leven maken, knoopte een dik touw om zijn steunbalk die tegen het plafond als sier was gemaakt en pakte een stoel, deed de lus om zijn hoofd. Maar voordat de jongen de stoel weg wilde trappen rende zijn jongere broer zijn kamertje binnen en net op tijd om zijn broer op te vangen. Zij had toen alleen dat verhaal van die broer gehoord via de leraar en dat hij niet meer op school zou komen. Zijn opleiding zou hij elders volgen.
Ineens keek hij haar opzij aan, hij voelde al steeds haar blikken maar reageerde er niet op, star bleef hij voor zich kijken totdat hij zich plotseling omdraaide naar haar en haar midden in het gezicht keek.
Zij schrok zichtbaar en glimlachte alleen maar, even niet wetende wat te zeggen.
Hij bekeek haar met een ijzige blik van boven naar beneden en draaide toen zijn hoofd weer weg van haar, weer recht voor zich uit.
Zij was zo verrast door zijn actie en geen reactie dat zij enigszins gebelgd was over het feit dat hij haar als een soort van keurmeester had bekeken.
Wie was hij dan wel niet om zo tegen vrouwen te doen?
Heb ik iets van u aan misschien?" Vroeg zij hem pinnig
Nee hoor dame, nou ja dame. Ik bedoel, je zit me de hele tijd al te bekijken, mag ik dan even terugkijken naar de eerste liefde uit mijn leven dat mij haast mijn leven had gekost door die kolerestreek die jullie met me hebben uitgehaald?
Zijn zware stem klonk bitter en zij wist even niets te zeggen. Nog nooit had zij naar de bus verlangd als nu op dit moment.
Ja, wat wil je dat ik zeg? beet zij hem toe.
Zeg maar niets, het is al zo lang geleden en aan jou te zien is het zeker al lang met al die verbouwingen die je hebt laten doen in de loop der jaren, ben toch maar blij dat mijn verliefdheid is gaan slijten ten goede van mij!
Zo die kon ze in haar zak meenemen, deze steek onder water kreeg ze gratis en voor niets.
Kun je me de kans niet geven om te zeggen dat het mij spijt?
Ach, wat is spijt ik ben er alleen maar harder door geworden, tot spijt van andere mooie vrouwen die ik daarmee natuurlijk gekwetst heb!
Nog steeds zijn blik vooruit en niet kijkende naar haar deed hij een stapje naar achter.
De bus kwam eraan en een zucht van verlichting ontsnapte door haar lippen. Gelukkig daar was ze zo van af. Hij had haar dus herkend en was nog steeds vol van haat over wat zij hem geflikt hadden. Terecht. Maar nu waren ze volwassen dus nu moest het maar eens over zijn.
Terwijl de bus een draai maakte in de bocht om naar de halte te rijden keek de man nog eens rustig om zich heen met een glimlach om zijn mond en keek haar toen weer recht in het gezicht aan.
Ga je me nu vertellen dat het je allemaal spijt?
Nou die intentie had ik wel maar nu!
De bus kwam eraan en voordat zij wist wat er gebeurde gaf hij haar een duw in de rug, zo voor de wielen van de bus die niet meer op tijd kon remmen. Een gil, hij bleef rustig staan terwijl hij haar lichaam zag schokken. Toen was het stil, doodstil.
Terwijl de politie de man de handboeien omdeed zag hij nog dat zij op een brancard werd gelegd, een slappe pop zonder enige vorm van leven.
Zo die maakt geen kerels meer gek!"
Hij lachte en keek een verbaasde politieagent aan die zijn wenkbrauwen omhoog deed.
Ja, zij speelde de hoer, hier midden bij de bushalte, dan spoor je toch niet goed!
En met een rustige kalme blik liep hij met de agenten naar de auto. Een koude onbewogen man zonder gevoel. Hij had eindelijk zijn wraak en wat een geluk, hij leefde nog.
©leny kruis
Reacties
Een reactie posten