Dagkaart uit Het Orakel van de Elfen
Gisteren liet ik de stem van mijn opstandige geest tot een ijzig koude wind worden, die zijn eenzaamheid uitschreeuwde. Vandaag liet ik mijn hart naar de stem van mijn ziel luisteren, en die spreekt van licht.
Bemoediging
Bemoediging
Wil je mij vertellen van de momenten, waarop je hart elk fluisteren tot zwijgen brengt? En van de stormwind die alle gedachten verdrijft? En van de sidderende ziel, die zich bang opsluit in de kou van de eenzaamheid? Wil je me vertellen van deze ogenblikken van treurnis, van vergetelheid? Van deze tijden, kennelijk vergeten door de toekomst, en waarin je hart zozeer ingesnoerd is? Je verdriet is al een sluier die je gelaat verborgen houdt. Wanneer zij over je ziel neerdaalt, ontneemt zij alle adem aan de spontaniteit van je gevoelens, en houdt ze elke glimlach in de ogen verre. Het kan ook zijn dat dit masker voor je gezicht zijn oorzaak vindt in onbevredigde verlangens of dat het komt doordat je teleurgesteld bent in je verwachtingen, terwijl je onbewust nog steeds zit te wachten op de beantwoording daarvan. De sluier van verdriet kan zo dicht worden, dat hij het dansende leven om je heen geheel verhult, terwijl dat je met alle kracht en met vreugde en schoonheid roept. Probeer je over te geven, geef voor een ogenblik je weerstand op, die opstandige impuls, die de toegang tot je hart verspert. Vertrouwen is een daad van moed, de proef die de ziel op zijn weg moet afleggen, het tevoorschijn komen van de deemoed, als we ons bewust worden van de arrogantie waarmee onze persoonlijkheid het leven de rug toekeert. Het lijkt zo vreselijk moeilijk om ons vrij te maken van deze persoonlijkheid, die bestaat uit wel duizend inperkende uitgangspunten, want zij is eeuwig ontevreden, en voortdurend bereid om over alles wat zich voordoet te discussiƫren. daardoor verhindert ze ons de geschenken te herkennen, die het leven ons geeft. aan de andere kant van de illusies die ons verstand gecreƫerd heeft. Laat je blik door de sluier die haar verborgen houdt heendringen. De ogen van de ziel stralen van het vuur, dat al het ijs en elke angst voor kou doet smelten. Het vuur van de goddelijke Liefde, die al een eeuwigheid in je binnenste brandt.
Reacties
Een reactie posten