Kroegentocht door het verleden: van Het Rode Hert tot de Dikke Selbach
Vandaag nemen wij u mee op kroegentocht door oud Nijmegen. We beginnen onze kroegentocht in de Augustijnengas. Een klein steegje op de plaats van de huidige Augustijnenstraat. Waar nu de bussen rijden dronken generaties Nijmegenaren het beroemde Molbier in illustere kroegen als de Gouden Leeuw en de Zwarte Adelaar. Wij kiezen de herberg ertussenin. In Het Rode Hert vertelt de kastelein ons over een van de eerste eigenaars. Willem Teyler was geboren in Schotland als William Taylor en kwam als huurling naar Nederland. In 1654 kocht hij Het Rode Hert. De zaak liep goed, zeker in de zeventien jaren dat Nijmegen zijn eerste universiteit huisvestte en studenten regelmatig op stap gingen.
We steken over en gaan achter de stadswaag naar In de Blaauwe Hand. De enige kroeg op onze tocht die de Tweede Wereldoorlog overleefde. Voorheen stond hier de lakenhal, waar arbeiders stoffen kleurden en reinigden. Het waren hun blauwe handen die dit café in 1797 zijn naam gaven.
Ter hoogte van de huidige Marikenstraat gaan we de Harmonie aan de Burchtstraat binnen. In 1812 stichtten 45 voorname heren deze ‘soos voor heren van ’t eerste fatsoen’. Aanvankelijk hadden alleen leden toegang. ‘Hatelijke discoursen’ en ‘onbetamelijk gedruisch’ waren verboden. Later die eeuw werd de Harmonie het verzamelpunt voor heel uitgaand Nijmegen.
Tot slot lopen we naar hotel-café-restaurant Valkhof aan de Voerweg. Eigenaar Emile Selbach is net bezig aan een van zijn openbare schranspartijen, waar veel gasten op afkomen. We kopen een prentje met zijn portret en de tekst ‘de gewichtigste hotelier van Europa’. In 1914 zal zijn levensstijl ‘de Dikke Selbach’ fataal worden. Hij is dan 28 jaar en weegt 606 pond.
Foto: Achter de Hoofdwacht
Tekst: Gemeente Nijmegen
Reacties
Een reactie posten