De stille symfonie van de tijd
De stille symfonie van de tijd
Sommige dingen kan ik je nog steeds niet vertellenze hangen als mist in de ochtendlucht,
drijvend tussen wat was, wat is en wat zou kunnen zijn.
Ze spreken een taal die ouder is dan woorden,
fluisterend in de ruimtes tussen lettergrepen,
waar betekenis danst in schaduwen,
waar tijd geheimen koestert die alleen harten kunnen horen.
De tijd, die rusteloze rivier,
kerft zijn lied in steen en vlees,
in vluchtige zonsondergangen en aanhoudende dageraads.
Hij buigt, hij breekt, hij herstelt, hij weeft
zijn vingers strijken door seizoenen als pagina's,
en slaat ze zachtjes om, Ć©Ć©n voor Ć©Ć©n,
en laat echo's achter van lente regen en herfstwinden,
de polsslag van het leven in een tedere val van bladeren.
Ik heb gelukzaligheid gekend in zulke korte momenten,
ze glinsteren als dauw op spinnenzijde
fragiel, maar toch het gewicht van werelden dragend.
En ik heb pijn gekend die zich ver uitstrekt
als de horizon bij zonsondergang,
waar de zon uitbloedt in tinten van verlies,
waar de lucht de littekens van de stormen van gisteren draagt,
maar toch nog durft te dromen van een helderdere dageraad.
Liefde, in haar oneindige paradox,
is zowel het nu als het eeuwige hierna
een ster die brandt in het hart van middernacht,
en licht werpt over het duistere onbekende.
Het is het gefladder van vleugels in een stille kamer,
de warmte in een aanraking die de tijd zelf tart,
de eeuwigheid bindt aan deze ene adem die we delen,
deze hartslag die door de eeuwen heen weerklinkt.
De eeuwigheid is geen verre morgen,
het is dit moment dat we in onze handen houden,
als zand dat door onze vingers glijdt,
elke korrel een herinnering, een wens, een belofte.
De toekomst is geweven in het nu
de tedere blik, het onuitgesproken woord,
de stille zekerheid dat, ongeacht het seizoen,
we zij aan zij zullen staan,
stormen zullen trotseren of zullen genieten van de gloed van de zon.
Vrede en vreugde zijn tweelingvlammen,
soms flikkerend, soms helder,
elkaar voedend in perfecte balans.
Vrede zingt in het gelach dat door de tijd rimpelt,
in de gouden middagen waar schaduwen lang zijn,
in de stille tevredenheid van het simpelweg zijn
twee zielen, verbonden door iets ouder
dan rede, duurzamer dan twijfel.
Vrede, het wordt gevonden in de stilte tussen ademhalingen,
in de overgave aan wat is,
wat was en wat zal zijn. Het is de zachte acceptatie dat het leven geen recht pad is
maar een kronkelende weg van hoogtepunten en dieptepunten,
een reis door zowel het zoete als het bittere,
waar elke stap heilig is,
waar we zelfs in onze aarzeling genade vinden.
Er zit schoonheid in het verstrijken van de tijd
in de manier waarop de maan groeit en afneemt,
in de manier waarop bloemen bloeien, verwelken en terugkeren,
in de manier waarop onze harten leren dansen
met het ritme van de seizoenen,
elke slag een bewijs van veerkracht,
elke pauze een herinnering aan de vluchtige aard
van alles wat we dierbaar achten.
Sommige dingen kan ik je nog steeds niet vertellen
niet omdat ze niet waar zijn,
maar omdat ze te waar zijn,
te groot, te diep, te grenzeloos.
Ze bestaan voorbij taal,
in de stilte waar liefde het duidelijkst spreekt,
waar tijd zich in zichzelf vouwt
en alles wat overblijft wij zijn
hier, nu, voor altijd.
Laten we dus in dit moment staan,
omhuld door de stille grootsheid van de omhelzing van de tijd.
Laten we getuige zijn van de realiteit op de enige manier die we kennen
niet door wat er gezegd wordt,
maar door wat er gevoeld wordt,
door de polsslag van de seizoenen,
door het lachen en de tranen,
door de dans van gelukzaligheid en pijn,
door het lied van de eeuwigheid dat eronder gonst.
Want uiteindelijk zijn het niet de woorden,
maar de stilte ertussen
die de waarheid van alle dingen bevat.
Reacties
Een reactie posten