Indische pasteitjes

Indische pasteitjes (met rundergehakt)
(pastel goreng)
Ingrediënten.
Deeg:
250 gram tarwebloem
75 gram lauw water
1 ei
50 gram gezouten roomboter, gesmolten
halve theelepel zout
Note: je hebt straks meer vulling dan deeg, de bedoeling is dat je dan weer opnieuw, verse deeg maakt (in 1 keer heel veel deeg maken, verhoogt het risico op uitdrogen en dat wil je niet).
Boemboe:
40 gram gepelde sjalotjes
2 teentjes knoflook
halve theelepel zout
beetje versgemalen peper
1 theelepel ketoembar
iets minder dan een halve theelepel djinten
halve theelepel laos
halve theelepel koenjit
1 eetlepel sambal badjak
Overige ingrediënten:
350 gram rundergehakt
70 gram wortel, grof geraspt
zakje so oen van 100 gram
50 gram diepvrieserwtjes
1 eetlepel gemalen gula djawa
1 blokje runderbouillon, verkruimeld
4 gekookte eitjes
45 gram van een blok kokoscreme, in kleine stukjes gesneden
Stap 1
Alles voor de boemboe fijnwrijven/fijnmalen in de cobek/blender en vervolgens 2 minuten fruiten in 3 eetlepels olie. Na die 2 minuten doe je het gas uit en roer je een verkruimeld blokje runderbouillon door de boemboe. Alles overscheppen op een bord en af laten koelen. Zodra het koud is, vermeng je ‘t met het gehakt. Vervolgens doe je het gehakt in een bakje dat je kunt afsluiten. Meestal laat ik het gehakt een nachtje in de koelkast staan en bak het dan de volgende dag, maar dat is niet verplicht natuurlijk, zie maar wat je doet.
Gehakt vermengd met de boemboe.
Stap 2
Leg de so oen in een pan en schenk er kokend water bij zodat ‘ie kan drijven (vergeet de touwtjes niet te verwijderen). Laat het 5 minuten staan en kieper het dan in een zeef. Afspoelen met koud water, uit laten lekken en daarna kieper je de so oen in een grote kom of bak met keukenpapier. Nu moet je net zolang klooien met keukenpapier totdat de so oen droog is. Neem daarvan 150 gram en knip dat klein (dat vergemakkelijkt het opscheppen van de vulling straks). Bewaar even in een bakje. (Je mag trouwens gerust meer so oen gebruiken als je wil, maar ik gebruik slechts 150 gram.)
Note: wanneer so oen echt he-le-maal droog is, plakt ’t vast aan jouw keukenpapier. Toch leuk om te weten, niet?
So oen moet echt droog zijn, anders verwaterd de smaak van de vulling.
Stap 3
Kook 4 eitjes (hardgekookt), pel ze en leg ze in een bakje met koud water.
Stap 4
Mik 50 gram diepvrieserwtjes in een bakje/kommetje, zet het even weg want straks pas nodig.
Stap 5
Rasp de wortel met een grove rasp (je hebt 70 gram nodig), bewaar even in een afgesloten bakje.
Stap 6
Mik het gehakt in de wadjan (geen boter of olie erbij) en bak het op laag vuur (grootste pit) totdat bijna al het gehakt bruin is, voeg de geraspte wortel toe en ga door met bakken totdat het gehakt bruin is verkleurd. Gooi nu de gula djawa erbij en vermeng het. Gooi daarna de kokos erbij en zorg dat het gesmolten en goed vermengd is. Gas uit en voeg de erwtjes en so oen toe. Goed vermengen en klaar. Schep de hele bende in een bak of op een bord en laat het afkoelen (wat je nu hebt gemaakt, is de vulling voor de pasteitjes en die kun je pas gebruiken als ‘ie koud is).
Vulling. Hier kun je al lekker van snoepen.
Stap 7, deeg
Roer het zout door de bloem, daarna een eitje, daarna de (afgekoelde) gesmolten boter en daarna het water. Dat roeren kan op een gegeven moment niet meer en dat is het moment dat je gaat kneden. Het deeg is klaar wanneer het niet meer korrelig aanvoelt, elastisch is en niet meer aan je handen blijft plakken. Maak er een bal van, dek het af met vershoudfolie en laat het 20 minuten rusten in de koelkast.
Stap 8
Terwijl het deeg ligt te rusten, snij je de eitjes (die je, al gepeld, ergens in een bakje water hebt liggen) in plakjes. Leg ze naast elkaar (alleen plakjes met ook eigeel) op een plankje want dat werkt makkelijk straks.
Stap 9
Haal het deeg uit de koelkast en maak er een rol van (3 – 4 cm dik). Strooi een beetje bloem op het werkblad, snij een stukje van de deegrol en leg het met de platte kant op de bloem. Druk het plat en probeer de vorm van een rondje te maken. Draai het plakje om en leg het op de bloem en druk met je hand (of rol met een deegroller) het rondje egaal plat – niet platter dan 2 mm. Hou de deegrol afgedekt want dat ding droogt snel uit!
Deeg speelt een rol.
Note I: als het deegrondje te dik is, wordt het straks in de frituur niet helemaal gaar tenzij je het extra lang in de olie laat dobberen maar dan krijg je wel erg donkere pasteitjes. Als het deegrondje te dun is, loop je het risico dat het pasteitje gaat scheuren in de frituur. Tis maar dat je weet. En al doende leert men.
Leg 2 plakjes ei op op het deegrondje, schep er wat vulling op (niet teveel) en klap het deegrondje dicht. Druk de rand aan en vouw er vervolgens een listig krulwerkje aan. (Als je eerst wat vulling op het deegrondje wil scheppen en dan pas de plakjes ei, reken ik dat ook goed hoor.)

Note II: als je de rand dicht gaat drukken met een vork, zoals bij saucijzenbroodjes, moet je de randen eerst insmeren met wat geklutst ei opdat het beter blijft plakken en niet los gaat tijdens het frituren.
Ik maak de deegrondjes ietwat uitgerekt, dan kan er iets meer vulling in.
Eitjes snij ik altijd in de lengte, daarom moet ik wat eiwit wegsnijden om ze te laten passen.
Zoals ik al zei, niet teveel vulling.
Hatsikidee, bijna klaar. Nu nog even de rand vouwen en dan frituren op 180 graden.
Eet smakelijk....

Reacties

Populaire posts van deze blog

Open brief aan mijn oudste dochter...

Vraag me niet hoe ik altijd lach

LIVE - Sergey Lazarev - You Are The Only One (Russia) at the Grand Final