Zo ver weg staat mijn zon
Zo ver weg staat mijn zon,
Voorbij het gebroken glas
Van de ingesloten geest van mij
Weg van mijn vuiligheid,
Van mijn gescheurde tong,
Bij mijn naakte lichaam,
Op de zinloze nachten
En zo leeg van jou.
Oh, arme God,
De poëzie van regen red me
over het winterblad,
En het kreunende gezang
Twee dappere kleine schilders
Durf je te lachen
Op de koude ochtenden
Uit mijn tuintje.
Reacties
Een reactie posten