Voerweg
1895: prostitutie aan de Voerweg en de Rozemarijngas
Vandaag een zeer oude afbeelding van een verpauperde Voerweg.
De Voerweg had vroeger geen beste naam, niet alleen vanwege haar bordelen die met name in de aangrenzende Rozemarijngas aanwezig waren. De man met schort rechtsvooraan op de foto, is Engelbartus Knuvelder, bordeelhouder in de Nijmeegse benedenstad. Hij stond bekend als de grootste pooier van het 19de eeuwse Nijmegen. Links zien we het St. Geertruidsbergje. Op deze originele foto in chamois, kijken we in de richting van het Valkhofplein, midden op de achtergrond (nog net zichtbaar) de Voetgangersbrug, de verbinding tussen het Kelfkensbos en het Valkhof.
De Rozemarijngas dateert uit begin vijftiende eeuw en werd toen ook wel After 't Slot en Achter dat Hoff genoemd. Ze lag aan de voet van de Valkhofheuvel en liep af in de richting van de Waal. Uit 1563 is de naam Rozemaryngas bekend. In de daaropvolgende eeuwen droeg het straatje aan de voet van de Valkhofheuvel ook namen als Villergas, Vildersgas, Goudgraversgas en Stillevegersgas. De straatnamen verwijzen naar de beroepen die door de bewoners van het gasje werden uitgeoefend. Stillevegers, ook wel goudgravers genoemd, waren de voorgangers van de gemeentereiniging. Nijmegen was tot eind negentiende eeuw een vestingstad. De Rozemarijngas was in die tijd vooral berucht om haar bordelen. De straat verkeerde in slechte staat. De woningen waren er totaal vervallen. De bordelen brachten veel overlast met zich mee. Er werd veel geklaagd over het wangedrag van de soldaten. In 1895 werd een begin gemaakt met de sloop van de meest beruchte huizen. Het gasje verdween begin twintigste eeuw van de stadsplattegrond. Mogelijk dankte de gas haar naam aan de prostitutie. Rosemarijnen, ook wel ‘verciersters’ geheten, oefenden hier hun beroep uit.
Het dal waar de Voerweg doorheen loopt is gegraven in de 15e eeuw. Tot die tijd vormden het Valkhof en het Kelfkensbos Ć©Ć©n geheel. Over de Voerweg konden goederen makkelijker van de Waaloever naar de stad worden vervoerd, omdat deze lange helling minder steil was dan de oorspronkelijke opgang. Tevens vormde de weg een droge gracht die de burcht op het Valkhof beschermde. Aan weerskanten van de weg stonden rijen huisjes. Veel van deze huizen waren al voor 1900 afgebroken. Aan het einde van de Voerweg stond de Hunner- of Hoenderpoort. Deze is gesloopt aan het einde van de negentiende eeuw met de ontmanteling van de vestingstad.
Collectie Regionaal Archief Nijmegen
Reacties
Een reactie posten