Conversatie met mijn bloemen
Conversatie met mijn bloemen
(1)
gij die aan mijn venster staat
en luistert naar de houten stemmen in de straat,
langer dan mijn naam zult gij bestaan
en luisteren naar de straat,
die mij smorgens als een vogel
loslaat in de tuinen van de dag
en die me savonds,
als de bloemen aan hun venster slapen,
vraagt of ik gelukkig was.
Gij weet het bloemen,
gij die aan de kleuren namen geeft
en luistert
naar mijn klein gebeuren in de straat,
dat ik een wezen ben
dat tussen mensen staat
en dat alleen is, meer alleen
dan aan mijn venster in zijn kleine kooi
de blinde vogel die zijn meester haat.
Wij weten bloemen
dat er in de droefheid
vreugde en wat kleur bestaat
en daarom bloemen
zijn wij soms gelukkig,
gij en ik.
(7)
Toen ik wist
dat de bloemen mij hoorden,
mij alleen,
heb ik bekend dat ik het huis was
waar de man in woonde,
die hen alle dagen
water van woorden gaf.
Dat ik de stem was
die elke avond
de tuin beschilderde
met droeve muziek
en in de bomen vol kandelaars
de kaarsen van de herfst
deed branden.
En toen de bloemen wisten
dat ik luisterde,
heeft de mooiste van hen gezegd
dat ik de man was
die hen alle dagen
woorden gaf van water
en dat het huis dat ik bewoonde
niet gelukkig was.
Paul Snoek
Paul Snoek, pseudoniem van Edmond AndrĆ© Coralie Schietekat (Sint-Niklaas, 17 december 1933 – Tielt, 19 oktober 1981). Snoek was Belgisch dichter, prozaschrijver en kunstschilder.
Reacties
Een reactie posten