Elisa Salles
In het begin was het de afgrond, eenzaamheid
Lege maag van zaadjes, stilte
Stilte van mij, de wind, het water van de zoete kreek.
... jouw afwezigheid.
zonder dagdromen, van volupia en verlangen
noch het beven van de handen als je naar de ogen kijkt,
of het branden in de maag.
Apathische dagen!
De wil om te bezitten,
om het haar op een van je handen te hebben
terwijl ik mijn ingangen binnenga,
krab mijn heup met die andere.
Het gevoel van levend zijn, bloed kookt in mijn aderen,
het hartritmisch, terwijl door de huid
was van het zweet ik smeek..
... Mijn mond spreekt jouw naam
Ik fluister je naam
Heilig vers,
Wanneer ik niets meer van mezelf weet.
Vandaag is de kus verdomd lief.
Honing die door de scheuren stroomt,
meren, beekjes die uitstromen in de zee
van heerlijkheden en geneugten.
Veel metaforen...
Vereisten van het vers
IJdelheden van het gedicht.
Maar bij ons is alles heel simpel.
Het gewricht van ons lichaam, het gewricht van onze ledematen,
en de vreugde die ontgroeit, die onze intiemen blust,
onze verveling pesten ,
en mijn ziel inspireren,
de poƫzie.
Elisa Salles
( Alle rechten voorbehouden )
Reacties
Een reactie posten