Ben jij ooit met het verkeerde been uit bed gestapt?

 Ben jij ooit met het verkeerde been uit bed gestapt?

Op zo'n dag gaat alles mis: je hebt de wekker niet gehoord, je haar wil niet gestyled worden, de broek die je wilt aantrekken blijkt nog in de was te zitten, het regent, de bus rijdt gelijk weg voor je neus.
Op het werk is men chagrijnig, kortom: alles gaat mis.
Als je 's avonds thuiskomt, zeg je: 'Dit was een typische dag waarop ik in bed had moeten blijven; het was gewoon een slechte dag. In dit voorbeeld is de relatie tussen gevoelens, gedachten en wat er om je heen gebeurt duidelijk zichtbaar.
Je vraagt ​​je misschien af ​​of je pas achteraf kon vaststellen dat het een slechte dag was en dat je er niets aan kon doen (“het overkomt je gewoon”) of dat je bij het wakker worden diep van binnen al wist wat voor dag het zou worden. et nvt, het zal gebeuren.
Waarschijnlijk ken je ook het tegenovergestelde.
Als je met je goede been uit bed stapt, heb je een werelddag. Je staat voor je kast, pakt het kledingstuk dat je die dag wilt dragen, het zit lekker en je denkt eerlijk gezegd dat het bij je past.
Je haar valt goed uit, je voelt je vrolijk en energiek, de bus komt keurig op tijd, de collega’s op kantoor zijn in een goed humeur en je werk gaat vlot, kortom: alles, werkelijk alles, gaat goed.
Aan het einde van de dag kun je alleen maar concluderen dat je een geweldige dag hebt gehad.
Als je je gedachten een tijdje bewust hebt gevolgd (zoals beschreven in de vorige paragraaf), zul je gemerkt hebben dat bepaalde gedachten direct gevolgen hadden.
Je zou dus kunnen concluderen dat jouw gedachten jouw dagelijkse realiteit creëren.
Ik denk dat je niet alleen beide voorbeelden herkent, maar ook de (actieve) rol die jij daarin had.
In beide gevallen werkt hetzelfde mechanisme: de Engelsen zeggen: wat rondgaat, komt rond: wat je uitzendt, komt naar je terug.
In het eerste voorbeeld is dat het negatieve beeld van die dag.
Het gevoel waarmee je uit bed kwam wordt als het ware gedurende de dag bevestigd in de fysieke wereld, de wereld om je heen, door allerlei negatieve ervaringen.
In het tweede voorbeeld, waarin je met je goede been uit bed kwam, werkt alles samen om er een geweldige dag van te maken.
De gedachten die je over jezelf hebt, brengen een bepaald gevoel over. Dat kun je ook zeggen gedachten zorgen ervoor dat je in een bepaalde energiestroom terechtkomt.
Als je in die energiestroom zit, voelt het bijna onmogelijk om eruit te komen.
Zo creëer je jouw dagelijks leven. Als je hierover met anderen praat, krijg je waarschijnlijk reacties als: Ja, maar dat is niet helemaal waar, want op de stemming van mijn collega's heb ik geen invloed.'
Dat heb je wel omdat jouw houding ten opzichte van hun humeur voor een deel de sfeer bepaalt, maar dat aspect is nu niet aan de orde.
Het belangrijkste punt hier is dat de toestand waarin je jezelf bevindt, wordt weerspiegeld door de wereld om jou heen. Hoe jij je voelt, wordt ‘weerspiegeld’ door je omgeving.
Kun je dat niet veranderen? Ja, dat is precies wat je kunt doen met de kracht van jouw rechterhersenhelft.
Het is noodzakelijk dat je jezelf bewust wordt van jouw emotionele toestand op dat moment. Als je merkt dat hij met het verkeerde been uit bed is gestapt, besteed dan vijf minuten van je tijd voordat je aan je gevoelens gaat werken.
Realiseer welk gevoel je hebt, observeer je gedachten op dat moment. Word je bewust van je negatieve kijk op het weer, je kleding, je haar, je omstandigheden.
Gedachten zijn een vorm van energie, ze blijven niet in je schedel hangen, maar hebben effect op de wereld om je heen.
Op het moment dat je je bewust wordt van de negatieve aard van je gedachten, kun je tegen jezelf zeggen dat je je dag niet zo wilt doorbrengen.