Degene die zich toelegt

Degene die zich toelegt op de inwijdingswetenschap, is verplicht om de kwestie van het hiernamaals te bestuderen.
Dat begint met het kennen van de relaties tussen de mens en het universum.

Net als het universum bestaat de mens uit verschillende gebieden: zijn fysieke, astrale, mentale, causale, boeddhische en atmische lichamen, waardoor hij in verbinding staat met alle gebieden in de ruimte.
Afhankelijk van de aard van zijn gedachten, gevoelens, verlangens en daden, komt hij in contact met de wereld van het licht of die van de duisternis.
Bij zijn dood laat de mens alleen zijn fysieke lichaam achter.
Als hij er tijdens zijn bestaan naar streefde om de uitingen van zijn lagere natuur te beheersen, heeft hij zijn astraal lichaam en zijn mentaal lichaam gezuiverd, en door de wet van de affiniteit reist hij door naar de hogere astrale en mentale gebieden die werelden zijn van schoonheid en vreugde.
Anders wordt hij naar de lagere astrale en mentale gebieden gevoerd waar hij zal lijden.
Wat de christenen de Hel en het Paradijs hebben genoemd, namelijk gebieden waar de mens zal gaan lijden of zich verheugen na zijn dood, zijn in de eerste plaats gebieden die in hemzelf bestaan.
Ze maken deel uit van de mens en hij kan er niet aan ontsnappen.

☼

Omraam Mikhaël Aïvanhov