Karl Marx
Karl Marx werd in 1818 geboren in Trier, Zuid-Duitsland (toen Pruisen). Zijn vader, een advocaat, en zijn moeder waren van joodse afkomst, maar hadden zich bekeerd tot het protestantisme. Hij studeerde rechten in Bonn en later in Berlijn, maar was meer geïnteresseerd in filosofie en geschiedenis.
In 1843 trouwde hij met zijn jeugdliefde, Jenny von Westphalen. Het paar verhuisde naar Parijs, waar Marx zich aansloot bij de communistische strijdbaarheid en de aandacht trok van Friedrich Engels, later een vriend en partner.
Marx vestigde zich in 1849 in Londen, waar hij 15 jaar in armoede leefde, waar mogelijk geholpen door Engels. Twee van hun vier kinderen stierven in deze periode.
Zijn politieke isolement eindigde in 1864 met de oprichting van de International Workers' Association (later bekend als de First Socialist International), die hem aannam als intellectueel leider na de nederlaag van de anarchist Michail Bakoenin.
In 1871 maakte het uitbreken van de Parijse Commune hem internationaal bekend.
In Het Kapitaal, zijn belangrijkste werk, doet Marx een diepgaand onderzoek naar de kapitalistische productiewijze en de voorwaarden om deze te overwinnen, op weg naar een klassenloze samenleving waarin privébezit is uitgestorven.
Voor Marx zijn sociale structuren en de organisatie zelf van de staat rechtstreeks verbonden met het functioneren van het kapitalisme.
Daarom moet het idee van revolutie voor de denker radicale en wereldwijde veranderingen inhouden, die breken met alle instrumenten van bourgeoisie-overheersing.
Marx benaderde de kapitalistische verhoudingen als een historisch, veranderlijk en tegenstrijdig fenomeen, dat impulsen van breuk met zich meebracht. Een van deze impulsen vloeit volgens de denker voort uit het proces van vervreemding waaraan de arbeider wordt onderworpen.
Door de arbeidsdeling raakt de medewerker vervreemd van het totale proces.
Reacties
Een reactie posten