Het giftige graan
Er was eens een koning die zijn land op een rechtvaardige en wijze manier regeerde. Hij dacht goed na over elk besluit en overwoog alle gevolgen die zijn wetten voor land en volk zouden kunnen hebben. Zijn koninklijke lijfspreuk luidde: 'Bedachtzaamheid zal een mens voor struikelen behoeden.' De vorst raadpleegde iedere dag zijn ministers en raadslieden, luisterde veel en durfde te vertrouwen op andermans oordeel. Een dwaas weet niet en vraagt niet, maar een wijze weet niet en durft te vragen. Toch waren er maar weinigen die de koning echt kon vertrouwen, want ook onder zijn ministers en raadslieden zaten de nodige dwazen. De enige met wie de koning alles durfde te bespreken, was de kanselier, zijn eerste minister. Op een morgen riep de koning de kanselier bij zich. "Vannacht heb ik een wonderlijke droom gehad. Samen met honderden gasten zaten wij tweeën aan lange tafels in de eetzaal. Onze borden waren gevuld met gerstepap en we aten door tot we helemaal vol zaten. Maar t...