Kansel Grote of St.-Stevenskerk (1968)
Kansel Grote of St.-Stevenskerk (1968)
De monumentale eikenhouten preekstoel werd in 1639 gemaakt door Joost Jacobs, de Amsterdamse ‘kistenmaker’ (=schrijnwerker) die ook het herengestoelte ontwierp. De kansel bestaat uit een zeshoekige kuip op een voet omringd door Ionische zuilen, met een groot zeshoekig klankbord erboven. Vooral de kuip is rijk versierd met fijn houtsnijwerk (zie detailfoto’s): pilaren, hoofdjes, lijsten, kwabornamenten enzovoort. De trap is apart vervaardigd, en is duidelijk van grovere artistieke kwaliteit dan de overige delen.
Oorspronkelijk was de kansel omgeven door de zogeheten ‘dooptuin’, die door het ‘doophek’ werd omsloten. Doordat het doophek verwijderd is, doet de verhouding van de kuip tot de iele voet nu nogal onevenwichtig aan.
Accessoires die ooit bij de preekstoel hoorden, waren “eenen aerm luchter”, in 1640 aangeschaft bij de Amsterdamse geelgieter Joost Gerrits, alsmede een zandloper die al in 1634 was gekocht. Op de kansel ligt—uiteraard!—de kanselbijbel.
De oorspronkelijke plaats van de kansel was tegen de noordoostelijke of Matteüspijler; bij de na-oorlogse restauratie is hij tegen de zuidoostelijke pijler geplaatst. De kansel wordt nu nog zelden voor liturgische doeleinden gebruikt (bijvoorbeeld nog tijdens de Vierdaagsekerkdienst); gepreekt wordt doorgaans vanaf de lessenaar in de viering.
Tot enkele jaren geleden stond de doopvont nog vlak onder de preekstoel; in 1999 werd ze verplaatst naar de noordoostpijler, en daarna naar haar huidige plaats.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed & Stevenskerk
Reacties
Een reactie posten