Maria Amparo Muñoz en Bourbon

 

Maria Amparo Muñoz en Bourbon geboren in Madrid op 17 november 1834 Maria Amparo was de dochter van koningin Gouverneur Maria Cristina van Bourbon-Sicilië en haar tweede echtgenoot Agustín Fernando Muñoz en Sanchez, hertog van Riánsares. Haar koninklijke geboorte gaf haar een prominente plaats in de geschiedenis van Spanje, als baarmoederzus van koningin Elizabeth II en de baby Luisa Fernanda de Bourbon.

Op 1 maart 1855 sloot Maria Amparo zich aan met dat van de Poolse prins Ladislao Czartoryski, in een huwelijk dat de banden tussen de Spaanse adel en de Poolse aristocratie verstevigde. Het echtpaar vestigde zich in Parijs, in het Lambert Hotel, dat tijdens het Tweede Franse Keizerrijk als basis voor de familie Czartoryski tijdens hun ballingschap diende.

Maria Amparo's leven werd gekenmerkt door een persoonlijke tragedie. Zij en haar man kregen een zoon, Augusto Francisco Czartoryski, geboren op 2 augustus 1858. Helaas kreeg Maria Amparo tuberculose op, een ziekte die later over zou gaan op haar zoon. Ondanks haar korte leven, ging haar nalatenschap door via haar nakomelingen.

Maria Amparo overleed jong, op 29-jarige leeftijd, op 19 augustus 1864 in Parijs. Haar vroegtijdige dood was een klap voor haar familie en degenen die haar kenden. Zijn zoon Augusto, met liefdevolle bijnaam "Gucio", werd opgevoed onder toezicht van Rafael Kalinowski, die later heiligdom zou worden.

Het lot van haar zoon Augustus was even ontroerend. Ondanks de verwachtingen van zijn familie dat hij een diplomatieke carrière zou nastreven, koos hij een geloofspad en sloot zich in 1887 aan bij de Salesiaanse congregatie Hij werd vijf jaar later, in 1892, tot priester gewijd, maar overleed helaas een jaar later, ook door tuberculose.