Kinderen
Een vrouw vroeg vertel ons over kinderen en de profeet zei:
Je kinderen zijn je kinderen niet. Ze zijn de zonen en dochters van het leven zelf, geboren uit haar eigen verlangen. Je bent niet de maker, je bent de drager. Ze zijn bij jou, maar niet van jou.
Je mag hen je liefde geven, maar je gedachten niet. Want gedachten zijn van henzelf. Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen, want hun zielen toeven in het huis van morgen, dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen. Neem hen als voorbeeld, en kneed hen niet naar jouw vorm.
Want het leven gaat niet terug, noch blijft het dralen bij gisteren. Jullie zijn de bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen worden weggeschoten. De boogschutter spant de boog tot het uiterste, en zijn pijlen snellen naar het doel op het pad van de oneindigheid. Verheug je als de boogschutter je spant. Want zoals hij de de pijl die hij doet vliegen liefheeft, houdt hij van de boog die hij vasthoudt.
. Kahlil Gibran, Uit: De Profeet
Reacties
Een reactie posten