Wielerconcour
1941: Wielerconcour, GoffertstadionOpname van wielrenners achter motoren in het Goffertstadion.
In 1885 werd de eerste vaste wielerbaan van Nederland geopend. Die stond in Nijmegen, waar ook de eerste officiële Nederlandse wielerkampioenschappen werden gehouden. Voor wie de stad kent: de baan lag bij het Keizer Karelplein, achter het gebouw van de Vereeniging.
Het verhaal áchter deze wielerbaan is interessanter, ook al omdat het voor veel andere Nederlandse steden opgaat. De wielerbaan is namelijk ingebed in Nijmegens explosieve groei in het laatste kwart van de negentiende eeuw - dezelfde periode waarin sport als massaverschijnsel opkwam.
Om deze verbanden goed te zien, maken we eerst een onwaarschijnlijke sprong naar het oosten. In 1862 werd Otto von Bismarck eerste minister van Pruisen. Zijn doel was om de losse verzameling Duitse staatjes tot één grote natie aaneen te smeden. Met een leidende rol voor de Pruisen, het sterkste vorstendom. Bismarcks methode was hoofdzakelijk militair: onderhandelen deed je volgens hem alleen maar als het even niet slim was om geweld te gebruiken. Drie oorlogen later, in 1871, werd het Keizerrijk Duitsland uitgeroepen.
De Nederlandse regering keek in die jaren bezorgd naar het oosten. Aangezien het verschil tussen Nederland en een gemiddelde Duitse vorstenstaat in die tijd niet groot was, bestond er serieuze angst dat ons land ook door Bismarck zou worden ingelijfd. De Nederlandse verdediging werd zeer kostbaar versterkt met de bekende reeks lage, vochtige forten van baksteen - in Noord Holland, Utrecht en Zuid Holland. Het bekendste is Pampus, dat bij Amsterdam op een eiland in het IJsselmeer ligt.
In het oosten van Nederland werd de vesting Nijmegen versterkt. De stad lag vlakbij Duitsland, op heuvels, en keek uit over de belangrijke rivier de Waal en het achterliggende laagland. In een tijd van beperkte techniek, zonder vliegtuigen, was deze ligging van groot militair belang.
Het was niet leuk om vestingstad te zijn. Vooral niet als je vestingmuren nog op dezelfde plaats stonden als in de vijftiende (!) eeuw. Nijmegen mocht alleen binnen deze muren bouwen, het land erbuiten bleef vlak en kaal. Je moest immers onbelemmerd de vijand kunnen zien en beschieten. De stad zat letterlijk in haar knellende vesting opgesloten, en zag haar handel en nijverheid wegkwijnen.
De omslag kwam in 1870-1871, toen de Pruisen een korte oorlog van Frankrijk won. Dat gebeurde dankzij de moderne kanonnen van de firma Krupp. Deze kanonnen schoten dwars door baksteen, wat Nederlands kostbare fortengordel in één klap nutteloos maakte. Evenals de Nijmeegse vestingwerken. In 1876 mocht de stad haar vestinggordel slopen, en volgde de vurig verlangde stadsuitbreiding. Met Nederlands eerste vaste wielerbaan in haar kielzog.
Deze wielerbaan bleek geen succes, want op een stadskaart uit 1908 staat hij niet meer ingetekend.
Nijmegen is nooit een wielerstad geweest, ook niet met de betonnen wielerbaan in het oude Goffertstadion (1939-1999) - waar NEC vanaf 1945 voetbalde. Het nieuwe Goffertstadion heeft geen wielerbaan meer.
Nederland is tot 1940 onafhankelijk van Duitsland gebleven. Dat dankt het niet aan zijn bakstenen forten, maar aan de Engelsen. Wereldmacht Engeland wilde het militaristische Duitse Keizerrijk niet als naaste buur aan de andere kant van de Noordzee. Daarom mochten Nederland en België als buffer dienen. De schrik zat er goed in, want Bismarcks geweldsverheerlijking was overgeslagen op het Duitse volksdenken. Pas twee verloren Wereldoorlogen later begrepen onze oosterburen, dat je internationale problemen beter aan een conferentietafel oplost.
In veel Nederlandse steden is de binnenstad nog altijd omgeven door singels. Singels van water of singels van asfalt. Zij markeren de plaats waar tot in de 19e eeuw de stadsmuren hebben gestaan.
Fotocollectie Regionaal Archief Nijmegen
Reacties
Een reactie posten