Mozart
Wanneer Mozart op 23 maart 1778 in Parijs arriveert, neemt hij contact op met de zwarte violist en componist Joseph Boulogne, chevalier de Saint-Georges (1745-1799), die op dat moment de leiding van het Concert des Amateurs heeft.
Deze Saint-Georges is overigens de uitvinder van de “sinfonia concertante” en dat Mozart op dat vlak bij hem in de leer is gegaan, is duidelijk te horen in een passage uit de sinfonia concertante kv.364, die precies dezelfde is als die uit een werk van Saint-Georges, maar dan een halve toon lager. Ondanks zijn huidskleur (en alle maatschappelijke discriminatie die ermee gepaard gaat: zo kon hij niet huwen – al was hij “mee zoën latte joengne” wel de minnaar van zowat alle adellijke dames uit Parijs – en de Parijse opera mocht hij ook niet leiden, ook al vond men geen waardige vervanger) had Saint-Georges blijkbaar toch een hoog aanzien, want Mozart zelf moet zich uiteindelijk tevreden stellen met het kwalitatief mindere maar kwantitatief erg grote (57 man, waaronder twee klarinetspelers: Mozart gebruikt ze op die manier voor het eerst, zij het voorzichtig, wellicht omdat hij de spelers niet erg vertrouwt) Concert Spirituel van Joseph Le Gros, die in maart ’77 de overleden Leduc is opgevolgd, nadat Gaviniès en Gossec hadden bedankt.
Toch is het Lahoussaye, die Mozarts 31ste symfonie, de “Parijse” (KV.300a of 297), waarvan hij op 12 juni een eerste versie heeft voltooid, zal uitvoeren. Op de repetitie was het orkest zo slecht dat Mozart dreigde diens viool uit zijn handen te grissen als het tijdens het concert ook zo slecht zou zijn, maar het was een succes. Typisch is dat het publiek in applaus uitbarst na een mooie passage. Omdat Mozart dit voorzien had, herneemt hij dezelfde passage nogmaals. En, omdat men graag die “stomme critici” op de korrel neemt, die bij een creatie nooit horen dat het om een meesterwerk gaat, willen we hier wel opmerken dat er één criticus aanwezig was, die blijkbaar Mozart nog kende als kindsterretje en hij schreef dat hij was uitgegroeid tot één der vakkundigste componisten. Le Gros daarentegen had enige reserves over het andante. Alhoewel Mozart het totaal niet eens is met hem, schrijft hij voor een tweede uitvoering op 15 augustus toch een nieuw andante. Aangezien het korter moest zijn, wordt het in sommige uitgaven “andantino” genoemd.
Velen speuren onaflatend naar een “tweede Parijse symfonie”, waarover Mozart het op een bepaald moment heeft, maar wellicht was dat één van zijn vroegere symfonieën die hij traditiegetrouw als “nieuw” probeerde te verlappen.
Ronny De Schepper
Reacties
Een reactie posten