Zelfinzicht begint bij onze eigen geschiedenis.
Zelfinzicht begint bij onze eigen geschiedenis.
Waarom ik herhaaldelijk hierop wijs is de bewuste geest wakker maken door kennis van cultuur vorming vanbuiten die wij tot ons nemen als realiteit.
Durven kijken in de spiegel van religiant geweld kan immers bijdragen tot herovering van pure menselijkheid.
Lees waar het allemaal begon.
Een eerste subtiele vorm van agressie is het feit, dat de kerk door de eeuwen heen, de wetenschap heeft gefrustreerd. Tot op de dag van vandaag. Variƫrende van Galilei tot het tegenhouden van embryo-onderzoek (Onfray, Harris). Luther vond het bijvoorbeeld nodig om op te merken:
"....Het verstand is de hoer van de duivel, die niets anders kan dan de woorden en daden van god belasteren en schade berokkenen...."
Een tweede vorm, ook vrij subtiel, is het volproppen van bijvoorbeeld de schilderkunst met god, Jezus en alle andere hele of halve goden. Pas in de zeventiende eeuw 'mochten' mensen er menselijk uitzien met emotie in hun ogen. Voor die tijd keek iedereen in stomme verwondering op naar de god, zijn zoon of andere familieleden met een uitdrukkingloosheid, die een goed beeld geeft van een diep in religie gedompelde maatschappij (Huizinga).
De derde, eveneens vrij subtiele vorm van agressie, is ervan uitgaan, dat je je geloof zoveel mogelijk aan anderen moet opdringen en je je in geen enkel opzicht open hoeft te stellen voor de al of niet religieuze overtuiging van een ander. Eigenlijk is iedere vorm van missie of zending een vorm van onbeschoftheid. Een goede term in dit verband zou zijn 'religiante incontinentie'. Religiant onderwijs, zoals we dat in Nederland kennen, en de zondagssluiting zijn daar voorbeelden van.
Het 'kapen van de moraal' is een vierde en nog steeds subtiele vorm van brutaliteit. Vaak gaan religianten ervan uit, dat je alleen maar een moraal kan baseren op specifiek hĆ¹n geloof. Terwijl je een moraal ook heel goed kunt baseren op seculier atheĆÆstische opvattingen, zoals verwoord door denkers uit de Oudheid, de zeventiende eeuw en de Verlichting. Religianten gaan er nogal eens met de moraal vandoor. En dat is jammer, omdat we in onze pluriforme maatschappij behoefte hebben aan een moraal, waar we het allemƔƔl over eens zijn. Dat zou dan een seculiere moraal moeten zijn (Cliteur). Onderdeel van dit 'kapen van de moraal', is het verschijnsel, dat je in de officiĆ«le media, de staatstelevisie, prima met je religiante verhaal terecht kunt, terwijl de atheĆÆsten op het internet zijn aangewezen. Op de Nederlandse staatsomroep hebben diverse soorten religianten hun eigen zendtijd en zelfs hun eigen omroepverenigingen. De atheĆÆsten, de Vrijdenkers bijvoorbeeld, hebben een kwartier per kwartaal!
Een vijfde vorm (subtiel of niet?) is 'de waarheid geweld aandoen'. Onder meer Spinoza heeft genoegzaam duidelijk gemaakt dat religie (lopen over water, na de dood opstaan) niet te verenigen is met de rede. En dat we die rede nu juist zo hard nodig hebben. Religie hebben we al meer als genoeg.
Wat op z'n minst valt onder 'de waarheid geweld aandoen', is de ogen sluiten voor alle ellende, die godsdienst de mensheid door de eeuwen heen heeft aangedaan. De protestante kerk keek de andere kant op, toen de slaven werden verscheept, de katholieke kerk zweeg, terwijl de joden werden vergast en in de islamitische wereld bleef het opvallend stil, nadat de islamitische moordmachines zich in de Twin Towers boorden. Ontkennen, bagatelliseren en negeren; de heilige drie-eenheid van iedere godsdienst. De drie wereldreligies zijn er groot mee geworden. Erasmus zei niet voor niets van de stichters van de christelijke godsdienst, dat ze in hoge mate de 'naĆÆviteit aanhingen' en 'felle tegenstanders van geleerdheid' waren.
Minder subtiel is het zesde voorbeeld: het vernietigen van kunst, die niet met de religie zou stroken. Variƫrende van het stukslaan van beelden (de Beeldenstorm) en het verbranden van schilderijen en boeken, via het slopen van prachtige bouwwerken tot aan het opblazen van Boeddha beelden door Islamitische fundamentalisten.
De zevende vorm, niet subtiel maar grof, is agressie jegens sexualiteit: het onderdrukken van sexuele gevoelens en mensen zelfs schuldgevoel aanbrengen: duizenden jaren lang hebben mensen niet kunnen genieten van elkaar, omdat de religie ze schuldgevoelens aanpraatte. Sex zou zondig zijn. Nietzsche noemde dit Ć©Ć©n van de 'grootste rotstreken van het christendom'. De neurotiserende werking van religie op sexualiteit is op wetenschappelijke wijze afdoende beschreven door Freud.
Het verwijderen van (delen van) geslachtsdelen is een vorm van geweld, die niet subtiel, maar misdadig is; namelijk zware mishandeling. Uit naam van de god wordt bij deze religieuze gelegenheid een gedeelte van de penis of de clitoris verwijderd. Waarom wordt zoiets niet verboden? Omdat het al verboden is. Natuurlijk mag je geen stuk van je kind afsnijden, maar omdat het om godsdienst gaat, doen we een oogje dicht (Cliteur, Harris).
De algemene vorm van dit zevende voorbeeld is verzet tegen genot en zelfs lekker eten, bijvoorbeeld het verbieden van bier of varkensvlees (Epicurus, Condell, Onfray).
Ook is er agressie tegen gezondheid; bijvoorbeeld het tegen gaan of zoveel mogelijk inperken van inenten, condoomgebruik, abortus en euthanasie.
De achtste vorm is de banale vorm van lichamelijk geweld en kent nog de meeste voorbeelden: Niet alleen tegen dieren; martelen onder het motto van 'ritueel slachten'. Maar vooral tegen mensen: zweep- en stokslagen in combinatie met opsluiting, villen, amputeren, de ogen uitsteken, mensenoffers (zelfs kinderen), van torens afgooien, stenigen, radbraken, vierendelen, met speren doodgooien, levend koken, levend verbranden, doodschieten, ophangen en vaak eerst ook nog langdurig martelen.
Een bisschop in de middeleeuwen vaardigde uit, dat het vuur, waarmee ketters levend werden verbrand, voortaan een klein vuur moest zijn, omdat het anders te snel ging.
Een van de oudste vormen van religiant geweld is het vermoorden van kinderen: Bij de Maya's moesten kinderen van de eigen stam geofferd worden en ook het Bijbelverhaal waarin verteld wordt, dat Abraham zijn eigen zoon aan de god moest offeren, is hier een voorbeeld van.
Zelfverminking en vasten kunnen omschreven worden als zelfagressie (masochisme).
Zelfmoordacties vallen tegelijkertijd onder zelfagressie en de achtste vorm (het banale geweld).
Godsdienstoorlog, de meest voorkomende 'casus belli' tot nu toe, valt onder meerdere van genoemde vormen.
Moeilijk in te delen is de gewoonte bij katholieken om pas een stervende te willen troosten, als die eerst wat zonden biecht. Is dit onbeschofte lompheid, subtiele agressie of botte agressie?
Tot slot: wat dacht u van een god die zijn zoon offert, omdat de mensheid hem niet bevalt?
Mythisch religiant geweld: KaĆÆn en Abel
In Genesis 4 staat, dat KaĆÆn en Abel beide een offer brachten aan de god. Abel gaf vet van een lam en KaĆÆn gaf vruchten. Het vet van Abel werd door onze lieve heer dankbaar aanvaard, maar de vruchten van KaĆÆn wees hij af. Waarom, vertelt het verhaal niet. Maar KaĆÆn werd zo boos - niet op god, maar op Abel -, dat hij hem doodde. De allereerste moord werd dus gepleegd door ruzie om een religieus offer!
De zondvloed kwam erop neer, dat god dermate teleurgesteld was in zijn schepping, dat hij besloot iedereen te verdrinken, behalve Noach. De mensheid bleek echter taai en kwam er weer bovenop. Na enige tijd was het echter weer mis en deze keer werd iedereen in Sodom en Gomorra om zeep geholpen, behalve Lot.
In Deuteronomium (de Bijbel) geeft de heer opdracht de Amorieten, de Basanieten en de Ammonieten van hun land en goed te verdrijven, de meisjes, die nog geen gemeenschap hadden gehad voor eigen genot te behouden en de rest, mannen vrouwen en jongens, te doden.
Uiteindelijk kwam men in Egypte terecht, maar daar wilde Gods eigen volk toch ook weer weg. De farao stond dit echter niet toe en god besloot daarom niet minder dan 10 plagen op (het niet-joodse deel van) de Egyptische bevolking te doen neerkomen: Variƫrende van het water, dat in bloed veranderde via een kikkerplaag naar allerlei ziektes en tenslotte de dood van alle eerstgeborenen.
Het is goed om op te merken, dat deze verhalen gezien moeten worden als de mythologie van het Joodse volk. Redelijk vergelijkbaar met de mythologie van de Grieken. Hoewel de Joodse god barser en onvriendelijker overkomt; althans vanuit seculier perspectief. De Griekse goden waren in alles wat menselijker; vooral in hun zwakheden. De uittocht van het Joodse volk uit Egypte is dus waarschijnlijk mythisch en niet historisch. In de Egyptische historische annalen is nergens sprake van een dergelijk incident. Terwijl de oude Egyptenaren erom bekend staan, dat ze alle belangrijke gebeurtenissen nauwkeurig bijhielden.
Nietzsche vond het oude testament prachtige mythologie; het nieuwe testament vond hij afschuwelijk. Wat overigens aan de Bijbel opvalt, is dat het niet een boek is; het zijn twee boeken.
Eenmaal 'out of Egypt' worden de Hievieten, de KanƤanieten en de Hettieten uitgeroeid op last van alweer, de heer. Door de gehele Bijbel heen is er eigenlijk sprake van bloedvergieten afgewisseld met zo nu en dan een wonder.
Reacties
Een reactie posten